Wat Is Een Motto Van Een Boek
Literaire theorie – Motto Soms bevatten romans een motto: dit staat dan in de vorm van een klein tekstfragment voor in het boek (een citaat uit een gedicht, een andere roman of een songtekst). Een schrijver neemt een motto natuurlijk niet zomaar op; hij of zij vindt deze woorden toepasselijk en veelzeggend voor zijn eigen verhaal.

Het motto verwijst direct naar het grondmotief van het boek. Grondmotief Vaak kun je een soort ‘boodschap’ uit een verhaal halen. Deze boodschap noem je het grondmotief, Dat staat niet letterlijk in het boek, maar dat mag je zelf, in je eigen woorden, formuleren. Je zegt dan in één zin welke ‘hoofdgedachte’ jij uit het boek kunt halen.

Zo zouden sommigen het grondmotief uit Harry Potter misschien verwoorden als ‘Het goede kan niet bestaan zonder het kwade’, terwijl iemand anders zou zeggen ‘Ouder worden betekent ook dat je afscheid moet nemen.’ Deze zinnen zijn allebei goed, omdat ze allebei iets heel belangrijks zeggen over waar het verhaal om gaat.

Waar staat het motto in een boek?

Wat is een motto? – Een motto is een kort tekstfragment voorin een boek. Meestal is dit geen zelfbedachte tekst, maar een citaat van iemand anders. Vaak zegt het motto iets over het van een verhaal.

Heeft elk boek een motto?

Een motto (vaak een citaat of tekstfragment voor in het boek) geeft de bedoeling van het boek weer. Lang niet elk boek heeft een motto. Een motto is niet hetzelfde als een opdracht.

Wat is het motto van een tekst?

motto-1 – Etym : It. motto = geestig gezegde, zinspreuk. Spreuk ( zinspreuk-1 ) of korte tekst die boven een andere tekst wordt geplaatst en daarvan duidelijk onderscheiden is door wijze van afdrukken. Het is vaak een citaat uit bekende werken (Bijbel, klassieke literatuur, e.d.) al dan niet met bronvermelding.

  1. Motto’s hebben doorgaans een specifieke relatie met de tekst waar ze bij horen ( intertekstualiteit ), bijv.
  2. Een ondersteuning of toespeling op de inhoud van de tekst die volgt.
  3. Motto’s kunnen bovendien aangeven tot welke schrijverstraditie de gebruikers ervan wensen te behoren en ze verraden iets van de literatuuropvatting van de auteur.

Maar daarnaast zou men het motto als wegwijzer kunnen beschouwen, nl. als een aanwijzing voor de lezer over de manier waarop de erop volgende tekst gelezen dient te worden. Voorbeelden zijn Ter Braaks variatie op Voltaires ‘Tous les genres sont ennuyeux, hors le bon’, voorafgaand aan diens Démasqué der schoonheid (1932) en Mulisch’ Achterberg-citaat ‘Symbolen worden tot cymbalen in de ure des doods’ in Archibald Strohalm (1952).

Wat wordt bedoeld met het motto?

Motto Een motto of kenspreuk is een korte tekst die de intentie of levenshouding van de gebruiker van het betreffende motto weergeeft. Motto is aan Italiaans motto : gezegde, ontstaan uit het Latijnse muttire : een kik geven.

  • Onder het motto van we maken plezier begon het feest.
  • In de oorlog gold het motto,
  • Soms was een motto ook misleidend; totalitaire regimes misbruik(t)en teksten als wijsheden om mensen te manipuleren:,

Waarom heeft een boek een motto?

Literaire theorie – Motto Soms bevatten romans een motto: dit staat dan in de vorm van een klein tekstfragment voor in het boek (een citaat uit een gedicht, een andere roman of een songtekst). Een schrijver neemt een motto natuurlijk niet zomaar op; hij of zij vindt deze woorden toepasselijk en veelzeggend voor zijn eigen verhaal.

Het motto verwijst direct naar het grondmotief van het boek. Grondmotief Vaak kun je een soort ‘boodschap’ uit een verhaal halen. Deze boodschap noem je het grondmotief, Dat staat niet letterlijk in het boek, maar dat mag je zelf, in je eigen woorden, formuleren. Je zegt dan in één zin welke ‘hoofdgedachte’ jij uit het boek kunt halen.

Zo zouden sommigen het grondmotief uit Harry Potter misschien verwoorden als ‘Het goede kan niet bestaan zonder het kwade’, terwijl iemand anders zou zeggen ‘Ouder worden betekent ook dat je afscheid moet nemen.’ Deze zinnen zijn allebei goed, omdat ze allebei iets heel belangrijks zeggen over waar het verhaal om gaat.

Wat is het motto van het boek Het diner?

Motto: Nice guy Eddie C’mon, throw in a buck.

Wat is het motto van Bezonken rood?

‘ Het rood dat in de ogen van de jongen bezonken is, is het rood van de dood, van bloed en van de zon op de Japanse vlag.

Wat is het motto van Max Havelaar?

Max Havelaar

Titel Max Havelaar Ondertitel of De koffieveilingen der Nederlandse Handelsmaatschappij Schrijver Multatuli (Eduard Douwes Dekker) Uitgever Veen Uitgevers. (Amstel Klassiek) Vertaald? Nee, oorspronkelijk Nederlands Druk 11e druk Jaar:1988 Jaar 1e druk 1860

Titelverklaring De titel “Max Havelaar” slaat op een man genaamd Max Havelaar. Havelaar (de centrale figuur) wordt in het boek uitvoerig beschreven. De man is zo belangrijk in het boek omdat hij voor de inlanders in het vroegere Nederlands-Indië opkomt.

De ondertitel “of De Koffieveilingen der Nederlandse Handelmaatschappij” is de titel die Droogstoppel (een contrast met Havelaar) aan het boek wou geven. Multatuli gaf deze ondertitel omdat in die tijd de koffiehandel veel geld opleverde voor de Nederlandse Staat. Motto In het begin van het boek wordt er een onuitgegeven toneelspel beschreven.

Dit kan als de motto van het boek worden gezien. In deze onuitgegeven toneelspel wordt Lothario ervan beschuldigd Barbertje te hebben vermoord. De rechter veroordeelt hem tot ‘ophanging’. De rechter is vastbesloten; zelfs als hij Barbertje in levende lijve ziet blijft hij bij zijn besluit.

Dit keer is de straf niet gebaseerd op moord, maar op eigenwaan. Dit motto heeft veel met het boek te maken. In dit toneelspel wordt er iemand (Lothario) onrecht aangedaan. In het boek zijn dit de inlanders in Indië. Ook is er een persoon met duidelijk veel macht in het toneelspel (de rechter). In het boek zijn dit de Nederlandse Staat en de Regent van Lebak.

Opdracht “Aan de diepvereerde nagedachtenis van Everdine Huberte Baronesse van Wynbergen, der Trouwe gade der heldhaftige liefdevolle moeder der Edele Vrouw.” Baronesse Everdine Huberte Baronesse van Wynbergen was de vrouw van Multatuli. Na de opdracht volgt nog een franse citaat van Henry de Péne.

  • Franse journalist) Personen Belangrijkste personen: Max Havelaar: Als eerst moet vermeld worden dat Max Havelaar een heel uitgebreid persoon is in het boek.
  • Hij komt namelijk in 3 namen voor.
  • In het boek wordt er gesproken van Sjaalman, Max Havelaar en Multatuli.
  • Deze personen zijn één.
  • Bij Sjaalman en Havelaar is dit direct uit het boek te halen.

Sjaalman is namelijk een aan de lage wal geraakte Havelaar. Multatuli is de pseudoniem van Eduard Douwes Dekker. Douwes Dekker heeft meegemaakt wat Havelaar in het boek meemaakt. Ook qua tijd zijn de personen verschillend. In de tegenwoordige tijd van het boek wordt Sjaalman beschreven door Droogstoppel.

  1. In de verleden tijd wordt Max Havelaar beschreven door Stern.
  2. Havelaar is 35 jaar oud.
  3. Hij is een man van Nederlandse nationaliteit.
  4. Een citaat van zijn uiterlijk: Hij was slank, en vlug in zijn bewegingen.
  5. Buiten zijn korte en beweeglijke bovenlip, en zijn grote flauw-blauwe ogen die, (), iets dromerig hadden.

() zijn blonde haren hingen sluik langs de slapen. ” ( blz 69). Havelaar is vooral kenmerkend door zijn gevoel voor rechtvaardigheid. Hij wil niemand onrecht aandoen en doet er alles aan om anderen te helpen. Dit karakter eigenschap heeft een positief punt: Hij helpt iedereen die hulp nodig heeft.

  1. Een negatief punt is dat hij zover kan gaan om mensen te helpen dat hij zelf in de problemen komt.
  2. In het boek wordt er een voorbeeld gegeven hoever hij kan gaan om mensen maar te helpen: ” doch waar anderen hulp behoefden, was hem ‘t helpen, het geven een ware hartstocht.” De lezer kan opmaken dat met ‘het geven’ geld wordt bedoeld.

Een paar regels verder komt deze zin: “Acht dagen voor de geboorte van zijn kleine Max, bezat hij ‘t nodige niet om ‘t ijzeren wiegje te kopen waarin zijn lieveling rusten zou, en weinig tijds tevoren nog had hij de weinige versierselen zijner vrouw opgeofferd, om iemand bij te staan, die gewis in beter omstandigheden verkeerde dan hijzelf.

  • Beide citaten van blz.84) Hier leest de lezer dat hij zijn gezin in de problemen brengt (niet met opzet, Havelaar was een goede man) doordat hij iedereen die naar hulp vraagt wil helpen.
  • Andere karaktertrekjes van Havelaar zijn: gevoelig(valt uit het boek te halen door zijn hulp aan iedereen), ijverig(doordat hij er alles aan doet om anderen te helpen), intelligent (valt uit het boek te halen door zijn verhalen die hij vertelt aan Duclari en Verbrugge en eerlijk.

Zijn opvattingen over het leven, over kunst en cultuur, over de liefde enz. vertelt hij uitvoerig aan Duclari en Verbrugge tijdens een etentje. Zijn belangrijkste opvatting is dat er aan niemand onrecht mag worden gedaan. Bewijs uit boek: “Ik verzoek u nogmaals mij te beschouwen als een vriend die u helpen zal waar hij kan, vooral waar onrecht moet worden tekeer gegaan.

Citaat uit blz.99) Havelaar verandert in de loop van het verhaal. In chronologische volgorde veranderd hij van een avontuurlijke jongeman (Havelaar in zijn jonge jaren) naar een man die serieus is in zijn doen (Havelaar in lebak). De oudste Havelaar in het boek is de armere Havelaar in Nederland. Hij is in de problemen geraakt, niemand wil hem meer in Indië omdat hij erg lastig is volgens de autoriteiten daar.

Door dit alles is hij erg arm en draagt hij geen winterjas in de koude maanden. Hij heeft geen geld voor een goed huis voor zijn gezin. Om wat te verdienen is hij gaan schrijven over de tijd in Indië. De belangrijkste relaties van Havelaar zijn: -Met zijn gezin.

  1. Met zijn collega’s (Duclari en Verbrugge) -Met de Regent (zijn ‘vijand’ in het boek) Dit wil je ook lezen: Havelaar is een duidelijke Round-Character; hij wordt uitvoerig besproken, je komt achter veel van zijn karaktertrekjes en opvattingen.
  2. Ook wordt zijn leven uitvoerig besproken.
  3. Bijpersonen: Batavus Droogstoppel: Een laffe, egoïstische, onbeschofte koopman.

Droogstoppel is geen Round-Character maar een type. Droogstoppel zijn rol in het boek is vooral om een contrast te vormen met Havelaar. De lezer kan dan de situatie beter begrijpen. (Althans, dit was vooral voor mij een kenmerk om het boek beter te begrijpen) Zijn opvatting is vooral dat iedereen eerlijk moet zijn.

  • Hij kan absoluut niet tegen romans, daar wordt toch alleen leugens verteld.
  • Dat Droogstoppel erg onbeschoft is kon de lezer al in het begin van het boek lezen: Hij laat Sjaalman wachten voor de deur, want de deur zal vanzelf wel open gaan.
  • Hij vindt ook dat de Javaan maar moet werken, want hij anders zal hij arm worden.

Hij gebruikt hiervoor het geloof als excuus. Stern: Van Stern is niet veel beschreven, alleen dat hij een Duitser is en dat hij de zoon is van een zakenrelatie in Duitsland. Hij schrijft de Havelaar gedeeltes in het boek. Maar de lezer kan al snel erachter komen dat eigenlijk Sjaalman voor hem schrijft.

  1. Tine en Max: Dit is het gezin van Havelaar.
  2. Max wordt vooral als schattig beschreven.
  3. Tine wordt ook niet zo uitvoerig beschreven.
  4. Alleen dat ze een hart van goud heeft, zielsveel van Havelaar houdt en dat ze niet echt knap van uiterlijk is.
  5. Verbrugge: Verbrugge is de controleur van Lebak.
  6. Hij is vooral aardig, eenvoudig, hartelijk, mededeelzaam, hulpvaardig en gastvrij is.

Verbrugge is de ondergeschikte van Havelaar. Duclari: Hij wordt vooral als moedig beschreven. Hij is de eerste luitenant van Lebak. Tijdens een etentje komt de lezer te weten dat hij wel Havelaar in het begin een rare snuiter vindt, maar al snel kijkt hij toch wel op tegen Havelaar.

De Regent: Is een nette, beleefde oude man. Doordat hij veel schulden maakt buit hij het volk uit. Dit is Havelaars ‘vijand’. Een leuk citaat van zijn uiterlijk: “De regent had reeds zijn lippen en weinig tanden bruinrood geverfd met het speeksel zijner sirih” (Blz.62.) Tijd en Plaats In welke tijd speelt het zich af? In het boek zijn er 3 tijdsniveau’s: -Rond 1842: De jonge avontuurlijke Havelaar in Sumatra.

-Rond 1856: De volwassen Havelaar in Lebak -Rond 1860: De arme Havelaar in Nederland. Dit is het heden. Wat is de verteltijd? Ik heb er een week over gedaan om het boek te lezen. Het boek heeft 288 blz. waarbij de aantekeningen/noten van Marijke Stapert-Eggen zijn bijgeteld.

Wat is de vertelde tijd? Ook kan de vertelde tijd in 3 groepen worden verdeeld: -De tijd van Sumatra: Dit speelt zich af rond 1842, dus ongeveer een jaar. -De tijd in Lebak: Dit duurt ook zo’n jaar. (De uitbuitingen van het volk duurden al veel langer. -Het heden van het boek: duurt in totaal ook zo’n jaar.

Waar spelen de gebeurtenissen zich af? Bij elke tijdsgroep horen ook bepaalde plaatsen: -1842: Sumatra en omgeving. -1856: Lebak, stukje Buitenzorg (Bogor) -1860: Dit speelt zich af in Amsterdam. De omgevingen worden zeer goed beschreven, je kunt bij wijze van spreke Indonesië ruiken.

Ook voor mensen die nooit in Indonesië zijn geweest kunnen een zeer goed beeld vormen van het landschap in Indonesië na het lezen van dit boek. Een zeer goed stuk uit het boek ging over het reizen in Indonesië omstreeks 1860. Dit stukje vind ik ook mooi beschreven, een ander goed stuk ging over de huizen in Indonesië.

Ook kan de lezer uit de beschrijvingen opmaken dat Multatuli veel van het Indonesische landschap houdt. Wat zijn de tijdsverhoudingen? Het verhaal verloopt niet chronologisch. Ook bestaat het boek uit vele tijdsvertragingen. Deze tijdsvertragingen worden veroorzaakt omdat de schrijver de omgeving uitvoerig beschrijft en ook wordt de tijd vertraagd wanneer Havelaar over zijn geschiedenis vertelt.

Tijdsversnellingen zijn mij in het boek niet opgevallen. Het boek bestaat uit vele flash-backs; deze dienen om een beter beeld te krijgen van de situatie aldaar. Thema Thema: Strijd tegen onrecht. Verklaring en bedoeling van het thema : De lezer zal in het begin van het boek niet meteen merken dat er sprake is van strijd tegen onrecht.

Maar zodra het Max Havelaar gedeelte aan bod komt. (vanaf hfst 5) krijgt de lezer toch al een aanwijzing van de thema. Zo heb ik in hfst 5 deze aanwijzing van het thema gevonden: ” Doch daar kwamen vreemdelingen uit het Westen, die zich heer maakten van het land.

Ze wensten voordeel te doen met de vruchtbaarheid van de bodem, en gelastten de bewoner een gedeelte van zijn arbeid en van zijn tijd toe te wijden aan het voortbrengen van andere zaken, die meer winst zouden afwerpen op de markten in Europa () Hij (de Inlanders) gehoorzaamt zijn hoofden, men had dus slechts deze hoofden te winnen en hun gedeelte van de winst toe te zeggen, ( Blz 55) In dit stukje tekst worden dingen beschreven waar het boek eigenlijk om gaat: De mensen uit het Westen worden rijk van de Inlanders, dit doen zij door de hoofden van het volk onder de knie te krijgen.

Deze gaan vervolgens hun eigen volk uitbuiten. In een ander stuk wordt er een aanwijzing gegeven dat Havelaar wil strijden tegen deze vorm van onrecht: Ik verzoek u nogmaals mij te beschouwen als een vriend die u helpen zal waar hij kan, vooral waar onrecht moet worden tekeer gegaan.

  • Blz 99) Hier vertelt Havelaar (na een prachtige toespraak aan de hoofden van Lebak) dat hij het onrecht grondig wil bestrijden.
  • Om een beeld te geven hoe erg de toestand in Lebak is, wordt er in een (prachtige) verhaal over Saidjah en Adinda beschreven welk onrecht de mensen daar wordt aangedaan: Enige tijd daarna vluchtte Saidjahs vader uit het land.
You might be interested:  Bruce Springsteen Born To Run Boek

Want hij was zeer bevreesd voor de straf als hij zijn landrenten niet betalen zou (blz 208) Nadat Saidjah vele buffels heeft gekregen van zijn vader, zijn ze net zo snel afgepakt door de hoofden voor de slachting. De hoofden hoeven hier niets voor te betalen.

Saidjah krijgt voor de zoveelste keer een nieuwe buffel, deze buffel redt hem later van de dood, deze wordt echter weer afgepakt. In dit fragment vlucht Saidjahs vader omdat hij vele schulden heeft, de hoofden buitten hem immers uit. Hij is zelfs zo bevreesd dat hij vlucht voor de gevolgen. De bedoeling van de schrijver was om het onrecht die de Inlanders in Indië leden te bestrijden.

Dit is hem jammer genoeg niet direct gelukt. (hierover later meer) Een (duidelijk) fragment waaruit de bedoeling van het boek wordt beschreven is dit: Goed, goed, alles goed! Maar de Javaan wordt mishandeld ! Want: wederlegging der hoofdstrekking van mijn werk is onmogelijk! Hoe luider overigens de afkeuring van mijn boek, hoe liever ‘t mij wezen zal, want des groter wordt de kans gehoord te worden.

genre hfdst. schrijver hoofdpersoon
roman 1roman 2 protest 1-4, 9-10, 16 5-8, 11-16, 17-19 20 Droogstoppel Stern (Sjaalman) Multatuli Droogstoppel Havelaar n.v.t.

Roman 1: 1-4: In deze hoofdstukken komt Batavus Droogstoppel aan het woord. Hij stelt zich zelf voor en vertelt wat zijn idealen zijn. Ook vertelt hij wat dingen van zijn jeugd waar hij te kennen geeft dat hij Havelaar als klasgenoot heeft gehad. In dit hoofdstuk komen Sjaalman (Havelaar) en Droogstoppel elkaar tegen.

  1. Sjaalman geeft Droogstoppel een pak met papieren mee waar dingen staan beschreven die Sjaalman heeft meegemaakt.
  2. Droogstoppel moet niets hebben van de arme Sjaalman.
  3. Later besluit hij van de papieren een boek te schrijven over de koffie cultuur.
  4. Hij krijgt hierbij hulp van Stern.9-10 en gedeelte 16: Hier vertelt Droogstoppel dat hij al het voorgaande niet mooi vond.

Hij uit hier zijn mening dat het de eigen schuld is van de Javanen dat ze zo arm zijn. Ook heeft hij helemaal geen medelijden met de Javanen. In deze hoofdstukken komt ook de beruchte preek van ds. Wavelaar voor. Roman 2 5-8: Hier worden Havelaar en zijn familie voor gesteld.

  1. Ook de Regent, Verbrugge en Duclari worden hier voor gesteld.
  2. Het hoofdstuk bevat de geschiedenis van Havelaar van het begin van zijn loopbaan als asistent-resident is Lebak.
  3. Ook komt hier de toespraak voor die Havelaar ‘doet’ voor de hoofden van Lebak.11-16: Hier komt het etentje in voor van Havelaar, Tine, Verbrugge en Duclari.

Havelaar vertelt hier over zijn geschiedenis (oa over Sumatra) en over zijn mening over vele dingen. Zoals vrouwen, kunst en Indie. Ook begint hier de strijd tegen het onrecht die Havelaar voert. De beroemde parabel van de Japanse Steenhouwer komt ook hier in voor.17-19: Hier komt het verhaal van Saidjah en Adinda in voor.

Dit verhaal laat zien hoe de toestanden in Lebak zijn. Ook klaagt Havelaar de Nederlandse Staat in dit gedeelte aan. Protest: 20: De eerste helft van dit hoofdstuk zien we dat Havelaar ontslag neemt. Al zijn inzettingen waren tevergeefs. Het 2e gedeelte is voor Multatuli. Hij neemt het boek over van de schrijvers en neemt afscheid van ze.

Stern laat hij goedkeurend achter. Droogstoppel wordt met harde hand uit het boek geschreven. Multatuli schrijft wat hij met het boek wil bereiken. Mening Het verhaal vind ik zeer goed. Weinig boeken besteden namelijk aandacht aan de onderdrukking van de Indonesiers.

Multatuli heeft het aangedurfd om naast een mooi verhaal, een thema uit te werken die voor zijn tijd niet of nauwelijks werden beschreven. Een andere reden waarom ik dit zo’n goed verhaal vind is de manier waarop Multatuli de dingen beschrijft. Hij schenkt zoveel aandacht aan de omgeving, de mensen van Java.

Wat ik wel moet bekennen is dat ik naast mooie (Parabel van Japanse Steenhouwer en toespraak van Havelaar), spannende (de strijd tegen de Regent) en ontroerende (Saidjah en Adinda) momenten ook saaie momenten heb gelezen. Eén van die saaie momenten waren sommige momenten tijdens het etentje die Havelaar organiseerde voor Verbrugge en Duclari.

  • Overigens is het onderwerp wel begrijpelijk voor mij.
  • Ik weet niet of dat komt door mijn Indonesische achtergrond of door mijn interesses in de Nederlandse Koloniale Geschiedenis, maar wat het voor iedere lezer begrijpelijk maakt is dat het over mensen gaan die anderen wat aandoen.
  • Dit in positieve zin (Havelaar) en negatieve (Regent, Nederlandse Staat).

Iedereen gaat met mensen om, iedereen weet dus ook wat de gedragsregels zijn. Vaak worden deze gedragsregels overschreden, zoals in dit geval, doordat het zo vaak gebeurd (moord, oorlog) wordt het vanzelf wel realistisch voor iedereen. Het einde liep zoals ik had verwacht, althans Havelaar gedeelte dan.

Het was gewoon een onmogelijke taak om voor 30 miljoen mensen op te komen die voor de Nederlandse regering in die tijd niet belangrijk waren. Daarentegen vond ik de manier hoe het boek eindigde wel zeer origineel en onverwacht. Het boek verloopt eerst als een fictie, dan grijpt Multatuli in en brengt de lezer naar de werkelijkheid: “Havelaar doolde arm en verlaten rond.

Hij zocht Genoeg, mijn goede Stern! Ik Mutatuli neem de pen op. Gij zijt niet geroepen Havelaars geschiedenis op te schrijven. Ik heb u in het leven geroepen.” Hier neemt hij van Stern afscheid. Een paar regels verder neemt hij van Droogstoppel afscheid: “Die Sjaalman en zijn vrouw Halt, ellendig produkt van vuile geldzucht en godslasterlijke femelarij.

Ik heb u geschapen ge zijt opgegroeid tot een monster onder mijn pen” Dit is gewoon zo knap bedacht. Eduard Douwes Dekker moest gewoon een intelligente man zijn geweest. Het thema van het boek vind ik zeer mooi en goed voor een boek uit die tijd. De schrijver gaat er diep op in. Alles in het boek heeft wel met het thema te maken.

Ook zet het thema mij ook wel aan het denken. Het boek is wel in 1860 geschreven, er mag dan wel in die tijd veel onrecht aangedaan zijn. Maar ook in deze tijd wordt er zeer veel volken uitgebuit. Ook in deze tijd worden er mensen onrecht aangedaan. We moeten dit niet vergeten.

  • Daarom moet iedereen op de wereld Max Havelaar eigenlijk lezen.
  • Naast dat ze een prachtig boek onder ogen krijgen, gaan ze hopelijk ook nadenken dat uitbuiting gewoon niet kan in deze tijd.
  • Ik ben na het lezen van het boek toch van mening veranderd.
  • Ik dacht voordat ik aan Max Havelaar las, dat het een heel saai boek was dat, ook schrikte mij het jaartal af van wanneer het boek geschreven is.

Ik dacht dat het zeer moeilijk was. Dit is ook wel zo, het boek is vaak erg moeilijk. Maar het ik beslist geen saai boek. Het is soms zelfs zeer grappig. Het begint eigenlijk al met Droogstoppel die steeds zijn naam en vestigingsplaats herhaald. Dit grappige, sarcastische blijft het hele boek eigenlijk wel.

Een leuk voorbeeld van deze leuke schrijfstijl is het volgende citaat: “De koetsier klapte met de zweep, de lopers -in Europa zou men,geloof ik, zeggen ‘palfreniers’ of liever, er bestaat in Europa niets wat met deze lopers overeenkomt – die onvergelijkbare lopers dan” De bedoeling van het boek is naast de verbetering van de situatie in Indie ook nog herstel van zichzelf (Multatuli).

Om dit doel te bereiken was de schoonheid van dit boek maar een hulpmiddel. Het tweeledig doel dat hij had voor het boek heeft niets van de inhoud beschadigd. Dit is toch wel knap. Jammer is dat het doel niet bereikt is wat betreft verbetering van de situatie in Indie.

Over situatie heb ik daarnet al een stuk over geschreven. Deze situatie bestaat al sinds er mensen zijn. Er bestaat altijd een heersende klasse die de ondergeschikten uitbuiten. De situatie in het boek is dan ook erg bekend bij mensen. Ook zijn de personen zeer herkenbaar. Iedereen kan zich wel identificeren met een persoon uit het boek.

(de personen uit het boek zijn immers zelf afgeleid uit mensen uit de 19e eeuw) Over het taalgebruik kan er ook veel gezegd worden. We moeten niet vergeten dat ondanks de soms moeilijke Max Havelaar de taalstijl zeer vernieuwend was voor die tijd. Multatuli heeft het aangedurft om met de alledaagse spreektaal van de 19e eeuw aan te komen, alle schrijvers in die tijd gebruikten alleen de elite-taal in hun boeken, maar dit was de spreektaal van de 19e eeuw.

Er is ondertussen zoveel veranderd dat onze taal veel verschilt met de taal van Multatuli’s tijd. De mensen in de Max Havelaar spreken dus niet zoals de mensen spreken in onze tijd. Een voorbeeld van een gesprek van Max Havelaar: “Ik ben bij de regent geweest, zeide hij dat is infaam maar verraad me niet.

-Wat voor? Wat moet ik niet verraden? -Geeft ge mij uw woord geen gebruik te maken van wat ik u zeggen zal? -Weer halfheid, zei Havelaar. Doch goed! Ik geef mijn woord.” Dit is een voorbeeld van hoe de personen in Max Havelaar spreken. Maar als Douwes Dekker dingen beschrijft dan gebruikt hij soms woorden die ik niet ken.

  • Ook gebruikt hij termen die niet meer worden gebruikt, of hij gebruikt spreekwoorden die niet meer worden gebruikt.
  • Als conclusie kan ik zeggen dat ik Max Havelaar als mijn mooiste boek kan beschouwen.
  • Het is op zo’n mooie manier allemaal beschreven.
  • Soort Boek Het boek behoort eigenlijk tot de fictie en de non-fictie.

Van het eerste hoofdstuk tot en met het 19e hoofdstuk is het boek een fictie. Het is wel naar waarheid berust, zodat je kunt zeggen dat dit een non-fictie is. Ik denk echter dat het een fictie is. In de 2e helft van het 20e hoofdstuk grijpt Multatuli in en brengt de lezer naar de werkelijkheid.

Vanaf hier begint het non-fictionele gedeelte van het boek. Het boek is verder zeer realistisch, het is ook naar waarheid berust. Het boek is een duidelijke roman, het is te dik voor een novelle. Het boek behoort tot het genre historische/autobiografisch roman. Perspectief Er is in het boek sprake van een meervoudige vertelperspectief.

Dat zijn namelijk drie IK-vertellers; Droogstoppel, Stern/Sjaalman en Multatuli. Door deze meervoudige vertelperspectief krijgt de lezer betrouwbare informatie, er wordt immers drie meningen gegeven over het onderwerp (waarvan 2 positieve en 1 negatieve mening) zodat de lezer een hele brede mening leest van de schrijver.

  1. Spanning Het boek is goed opgebouwd qua spanning.
  2. Er worden veel open vragen gesteld: De lezer zal voor hij mijn boek heeft uitgelezen, even goed als Verbrugge weten waarom die zaken zo bijzonder moeilijk waren.
  3. Blz 104) Een paar hoofdstukken (hfst 17) verder komt de lezer te weten wat die moeilijke zaken zijn; die moeilijke zaken zijn de getuigingen tegen de regent.

Doordat niemand tegen de Regent wil getuigen vanwege angst, is het zo moeilijk om de regent te vervolgen. De lezer weet evenveel als de hoofdpersoon. De sfeertekening is belangrijk voor de spanning, de lezer kan zich zo beter in het verhaal verdiepen. Citaat “dat langer dan een zeer kort ogenblik beantwoordt aan ons verlangen naar het schone, omdat het niet beweegt.

Dit geldt, geloof ik, ook voor beeldhouwwerken en schilderstukken. Natuur is beweging. Groei, honger, denken, gevoelen, is beweging Stilstand is de dood!” Informatie over de schrijver Multatuli, pseudoniem van Eduard Douwes Dekker (Amsterdam 3 maart 1820 – Nieder-Ingelheim 19 febr.1887), Nederlands prozaschrijver en moralist, bezocht de Latijnse school in Amsterdam en was er werkzaam op een handelskantoor.

Op 18-jarige leeftijd vertrok hij met het schip waarop zijn vader kapitein was, naar Batavia, waar hij voorlopig bij de Rekenkamer tewerkgesteld werd. In 1842 werd hij benoemd tot controleur te Natal op Sumatra’s Westkust, een afgelegen en arm gebied; hier werd hij zich bewust van zijn roeping de ideale bestuursambtenaar te worden.

  • Na conflicten met de gouverneur werd hij overgeplaatst naar Padang; hier werd hij door gouverneur Michiels geschorst naar aanleiding van een vermeend kastekort.
  • In deze tijd schreef hij het drama De eerlooze (in 1864 opgevoerd als De bruid daarboven).
  • Sedert 1845 was Douwes Dekker werkzaam in ambtelijke functies op Java.

Hier leerde hij Everdina Huberta van Wijnbergen kennen; vanuit zijn post in Krawang schreef hij haar uitvoerige ‘verlovingsbrieven’ vol jeugdherinneringen en zelfanalyse. Na zijn huwelijk (1846) met haar werd hij benoemd tot commies in Purworedjo en beleefde hij na 1848 gelukkige jaren als secretaris te Manado (Celebes).

In 1851 werd hij bevorderd tot assistent-resident op Ambon. De jaren van zijn (om gezondheidsredenen verlengd) Europees verlof (1852-1855) vormen een stormachtige episode, waarna hij berooid naar Batavia terugkeerde. Door persoonlijk toedoen van de gouverneur-generaal A.J. Duymaer van Twist, die zijn medeleven met de inlander waardeerde, werd hij begin 1856 aangesteld tot assistent-resident van Lebak (Zuid-Bantam), waar de bevolking door haar eigen hoofden tot onbetaalde leveranties van vee en het verrichten van herendiensten geprest werd – een misbruik waartegen zijn ambtsvoorganger, de plotseling gestorven Carolus, reeds had willen optreden.

Dekker vond diens aantekeningen, kreeg nieuwe klachten en trachtte door overreding de misbruiken tegen te gaan, maar zonder succes. Een maand na zijn aankomst diende hij een aanklacht in tegen de regent Karta Natta Nagara en enkele lagere hoofden, doch zonder volledige opening van zaken te geven: bewijzen wilde hij pas leveren na verwijdering van de regent en diens handlangers.

  • Zijn superieur, de resident van Bantam, Brest van Kempen, accepteerde dit niet en na inschakeling van het gouvernement kreeg Dekker overplaatsing.
  • Een afkeurende kabinetsmissive had tot gevolg dat hij ontslag nam uit ‘s lands dienst.
  • Zijn herhaalde verzoeken door de gouverneur-generaal te worden ontvangen, weigerde deze in te willigen.

Na zijn vertrek en buiten zijn medeweten werd de aanklacht onderzocht en niet ongegrond bevonden, maar zijn inbreuk op de ambtelijke hiërarchie was hem noodlottig geworden. Dit wil je ook lezen: Met hulp van zijn broer Jan, maar zonder zijn gezin, vertrok Dekker in 1857 naar Europa.

  • Hij leidde een zwervend bestaan, o.a.
  • In Duitsland, schreef zonder resultaat zijn brief aan de gouverneur-generaal in ruste en vond enige journalistieke arbeid in Brussel.
  • Toen in 1859 zijn gezin overkwam en voorlopig onderkomen moest zoeken bij zijn inmiddels gerepatrieerde broer Jan, werd de toestand onhoudbaar.

Om zich tegenover zijn familie te rechtvaardigen, om in een bestuursfunctie hersteld te worden en ook om de aandacht op de zaak van de mishandelde Javaan te vestigen, schreef hij binnen een maand op een zolderkamertje van een Brussels logement zijn Max Havelaar, het in een geraffineerde romanvorm gestelde relaas van zijn wedervaren, eindigend met een bewogen beroep op de koning.

De schrijversnaam Multatuli (Lat. multa tuli = ik heb veel gedragen/geleden), die hij hier bezigde, had hij voor het eerst gebruikt in 1859 bij de publicatie van zijn ethische parabel Geloofsbelijdenis in het vrijdenkerstijdschrift De Dageraad. Na vergeefse pogingen tot een acceptabel rechtsherstel bij minister Rochussen te hebben ondernomen, liet hij in 1860 de Max Havelaar verschijnen door bemiddeling van Jacob van Lennep, aan wie hij het kopijrecht had afgestaan.

Hoewel deze door een dure uitgave met een verminkte en geretoucheerde tekst het onmiddellijke effect trachtte te verkleinen, maakte het werk diepe indruk. De bewondering gold echter vooral de vorm van het werk, dat als een pamflet bedoeld was; praktisch effect had het niet en rechtsherstel bleef uit.

Nog bijna tien jaar bleef hij op een nieuwe ambtelijke positie hopen en inmiddels moest hij leven van de pen en van enkele voordrachten. Gescheiden van zijn in Brussel wonend gezin, trachtte hij in Amsterdam rond te komen. Geïnspireerd door zijn nichtje Sietske Swart Abrahamsz, schreef hij er het fraai gecomponeerde werk Minnebrieven (1861) met de bekende geschiedenissen van gezag en de sprookjes.

In zijn brochure Over vrijen arbeid in Nederlandsch-Indië (1862) richtte hij zich tegen de koloniale politiek van de liberalen, die zijns inziens de toestand voor de inlandse bevolking nog zou verergeren. Sinds 1862 liet Multatuli op ongeregelde tijden in losse afleveringen zijn Ideën verschijnen onder het motto ‘Een zaaier ging uit om te zaaien’.

Hiermee wilde hij de gewetens van de mensen wakker schudden, hen bevrijden van hun vooroordelen en hen opvoeden tot vrij onderzoek van alle dingen. Hij begon met zijn briljante aforismen en parabels, schreef later ook losse invallen en uitvoeriger verhandelingen, terwijl hij tevens, verdeeld over vele bundels, zijn roman Geschiedenis van Woutertje Pieterse opnam, die onvoltooid bleef, maar een briljante satire is op de omstandigheden waaronder een dichterlijk en begaafd kind uit de kleine burgerij opgroeide en onderwezen werd.

De Ideeën groeiden uit tot zeven delen. De publicatie hiervan bracht hem o.a. in contact met een jonge Haagse bewonderaarster, de officiersdochter Mimi Hamminck Schepel, met wie hij in de komende jaren optrok. Een mislukte poging tot de oprichting van een dagblad bracht hem in 1865 dieper dan ooit in de schulden (de portrettenaffaire).

  • Een incident in een Amsterdams cabaret en een daaropvolgende rechtszaak deden hem in 1866 uitwijken naar Duitsland, waar Mimi zich bij hem voegde.
  • Pogingen om er door een roulettesysteem te Hamburg bovenop te komen, faalden.
  • Hoewel Busken Huet hem een correspondentschap voor de Haarlemmer Courant bezorgde, waren het jaren van grote ontberingen.
You might be interested:  Welke Perspectieven Zijn Er In Een Boek

Onderhandelingen met oud-minister Rochussen liepen op niets uit, toen diens partij in 1868 een nederlaag leed. Een hereniging met zijn gezin en Mimi (de Haagse ménage à trois) werd een fiasco; zijn vrouw Tine vluchtte met de kinderen en vestigde zich in Italië; sedert 1870 leefden Dekker en Mimi voorgoed in Duitsland.

  1. In Wiesbaden schreef hij de aardige verwikkelingen en berekeningen rondom de roulette, Millioenenstudiën (1873), en de satirische verhandeling Duizend en eenige hoofdstukken over specialiteiten (1871).
  2. Intussen waren zijn vroegere werken overgenomen door G.L.
  3. Funke, die zijn uitgever en grote vriend werd.

Door een goede exploitatie werd de auteur van de ergste zorgen bevrijd. Tevens raakte hij bevriend met Carel Vosmaer, die met het essay Een zaaier (1874) het stilzwijgen over zijn werken verbrak en er de grote kwaliteiten van aantoonde. Na de dood van Tine te Venetië (1874) legaliseerde hij zijn betrekking met Mimi te Rotterdam (1875), waar dat jaar, ondanks het slechte spel van Mina Kruseman, de triomf van zijn toneelstuk Vorstenschool begon (nw.

  1. Uitg.1975).
  2. Geregeld bezocht hij Nederland voor lezingentournees.
  3. Door een aanval op zijn privéleven door Johannes van Vloten (Onkruid onder de tarwe, 1875) verging hem de lust tot verder schrijven.
  4. In 1877 verscheen zijn laatste bundel Ideën; sedertdien verzorgde hij nog slechts zijn vroegere werken en schreef brieven.

Een lijfrente, hem door bewonderaars bezorgd, stelde hem in staat zijn laatste jaren in rust door te brengen te Nieder-Ingelheim, waar zijn bewonderaar Zürcher hem in 1881 een buitenhuis had aangeboden. De invloed van Multatuli, wiens werk in verscheidene talen werd vertaald, is groot en veelomvattend geweest.

  1. Zijn Havelaar leidde tot grotere belangstelling voor de koloniën en op den duur tot een ethische politiek.
  2. Zijn afkeer van Kerk en godsdienst maakte hem tot een van de eerste Nederlandse verdedigers van het atheïsme (Gebed van den onwetende, 1860, en passim in Ideën), terwijl hij de mensen wees op hun morele plichten ( ‘De roeping van den mensch is mensch te zijn’).

Hij vroeg aandacht voor de noden van de arbeider, de achteruitstelling van de vrouw, de hypocriete huwelijksmoraal, de heersende bekrompenheid en gezapigheid, het matige of slechte gehalte van Kamerleden, politici en andere ‘specialiteiten’, de gebreken in onderwijs, opvoeding, enz.

  • Dit alles geschiedde in het hartstochtelijke, persoonlijke en zeer verzorgde ‘levend Hollands’ waarmee hij het zo conventionele Nederlandse proza radicaal vernieuwde en reeds vóór de jaren tachtig een verjonging in de literatuur bracht.
  • Door zijn met sarcastische humor geladen woord kreeg hij – naast vele vijanden – een grote aanhang, met name bij jongere generaties.

Van het socialisme distantieerde hij zich, al had hij ook in die kringen veel bewonderaars; zijn allure was veeleer aristocratisch. Ook na zijn dood werd zijn werk, waarin hij zo compleet aanwezig is, de inzet van veel strijd. Het gaf Mimi aanleiding zijn Brieven grotendeels te publiceren (1890 vv.), waarmee de Multatulistudie op gang kwam.

De Havelaarherdenking van 1910 gaf aanleiding tot de stichting van het Multatulimuseum, welke vereniging documentatie verzamelde. In 1946 werd het omgezet in het Multatuligenootschap, dat in zijn geboortehuis aan de Korsjespoortsteeg te Amsterdam gevestigd is; dit huis is sinds 1975 Multatulimuseum. De belangstelling voor zijn werk herleefde na 1930 bij de generatie van Forum.

Met name Du Perron deed de figuur Multatuli herleven met behulp van authentieke documenten (De man van Lebak, 1937; De bewijzen uit het pak van Sjaalman, 1940). Na 1945 zette het Multatuligenootschap deze arbeid voort onder zijn voorzitter Stuiveling, die in 1949 de Max Havelaar voor het eerst naar het oorspronkelijke handschrift publiceerde (de ‘nulde druk’).

  • Door hem en zijn medewerkers (Henri A.
  • Ett, H.H.J.
  • De Leeuwe en P.
  • Spigt) is in 1950 een begin gemaakt met het uitgeven van Multatuli’s Volledige Werken.
  • Deel 1 tot en met 7 bevatten zijn literaire werk, in de overige delen zijn brieven en documenten bijeengebracht van en over Multatuli.
  • De redactie van deze Volledige Werken is vanaf deel 17, dat in 1986 verscheen, in handen van H.

van den Bergh en B.P.M. Dongelmans. Honderd jaar na zijn dood, in 1987, werd op de Torensluis in Amsterdam, een standbeeld voor hem opgericht. Sinds maart 1978 verschijnt tweemaal per jaar het tijdschrift Over Multatuli. : Max Havelaar

Wat is een ander woord voor het motto?

Motto (zn) : credo, devies, kenspreuk, kernspreuk, leus, leuze, lijfspreuk, spreuk, zinspreuk.

Wat is het verschil tussen motto en slogan?

Elke onderneming die zichzelf serieus neemt heeft er een. Een tagline a.k.a. pay-off, slogan, tagline, motto of baseline. Allemaal namen voor hetzelfde fenomeen, al verschillen ze wel van elkaar. Een zinnetje, of een aantal woorden naast elkaar, die de toehoorder richting geven over het imago dat je wil neerzetten. Een naam heeft drie delen Namen bestaan uit drie delen: de naam zelf, de descriptor (wat voor bedrijf of product is dit?) en de tagline of pay-off. Dus als voorbeeld: Heineken (de naam), bier (descriptor), Heerlijk Helder Heineken (pay-off). Niet alle bedrijven en merken hebben deze drie in bezit, toch kan het een enorme meerwaarde aan je herkenbaarheid en onderscheid geven.

Wanneer gebruik je nou een pay-off, baseline of motto en wanneer een tagline of slogan? Als je de verschillen kent weet je wat het beste past, dus hier een korte uitleg. De pay-off, baseline of motto Een pay-off of baseline (die zijn dus hetzelfde) spelen in op een emotie of behoefte die het bedrijf kenbaar wil maken.

Zo bedacht ik in 2013 voor Zilveren Kruis: Raad & daad. Daarin wilden ze weergeven dat ze er niet alleen voor verzekeren zijn, maar dat ze hun klanten ook goed willen informeren en adviseren. De benaming pay-off komt overigens uit de tv-commercialwereld, omdat het zinnetje de commercial ‘af’ maakte.

  • De eindgrap als het ware of de zin die al het voorgaande in de tv-spot met elkaar verbindt.
  • Een goede pay-off kan oneindig lang gebruikt worden.
  • De naam baseline komt uit de advertentiewereld, waar de zin onderaan de advertentie (base) werd gezet om het beeld betekenis te geven.
  • Andere bekende voorbeelden zijn Coolblue, Alles voor een glimlach of Apple, Think different.

De persoonlijke versie van een pay-off noemen we een motto. Motto of kenspreuk is een korte tekst die de intentie van de gebruiker weergeeft. Dus een motto hoort bij een persoon, niet bij een bedrijf. Hoewel er natuurlijk bedrijven zijn die bestaan uit een persoon.

  • Motto is ontleend aan Italiaans motto: ‘gezegde’.
  • Slogan en tagline Een slogan heeft een veel tijdelijker karakter.
  • Het is eerder bedoeld voor een campagne en heeft daardoor een kortere houdbaarheidsdatum.
  • Nederland kent een jaarlijkse slechte slogan verkiezing.
  • Er zijn daar tal van bedrijven die zichzelf belachelijk hebben gemaakt met de meest ongemakkelijke slogans.

Al zijn het vaak ook pay-off’s die hier de revue passeren. Een goed voorbeeld van een echte slogan is: Dat is het lekkere van Albert Heijn. De tagline bestaat uit een serie woorden of een zin die nog verder verduidelijkt waar de naam van het bedrijf voor staat.

  1. Wat je mist in de naam en de descriptor kan hier verder uitgelegd worden.
  2. Het verschil zie je goed bij een andere supermarkt: Colruyt supermarkten, de laagste prijs, voor elk product, op elk moment.
  3. Dat is dus veel minder creatief en speels dan een slogan.
  4. Meer recht toe recht aan.
  5. Dus als fictief voorbeeld: Janssen, verzekeringen.

Specialisten in schade. Speelvrij Coaching. Voor kinderen die een nieuwe richting zoeken. Braamsen Accountancy. Betrouwbaar, transparant, accuraat. Misschien niet zo spannend als een pay-off of slogan, maar zeker wel effectief. Als je een starter bent of business to business werkt, dan adviseer ik een tagline.

Heeft alles wat er was een motto?

Alles wat er was

Bibliografische gegevens Auteur : Hanna Bervoets Jaar van uitgave : 2013 Plaats van uitgave : Amsterdam Uitgever : Atlas Samenvatting

Merel is tv-redactrice en op een normale zondagmiddag willen zij en haar collega’s (Leo de presentator, Barry en Lotteke de cameravrouw) in een schoolgebouw een programma opnemen, waarin het kind Joeri een hoofdrol zal spelen. Hij is een erg slim jongetje en hij blinkt uit in wiskunde (maar hij is niet hoogbegaafd).

Ook de leraar van Joeri, Kaspar en Joeri’s moeder Natalie worden gefilmd. De opnames zijn nog maar net begonnen, als er een enorme knal buiten klinkt. Op last van de autoriteiten moet iedereen blijven zitten waar hij zit. Merel zit vanaf dat moment met nog zeven anderen (inclusief de schoonmaker van de school Kaylem) opgesloten in het gebouw waar een ondoordringbare dikke mist omheen hangt.

Niemand weet wat er exact aan de hand is, maar ze besluiten de instructies op te volgen en te blijven zitten waar ze zitten. De opladers van de mobiele telefoons liggen helaas thuis, internet ligt er natuurlijk ook uit, maar er is voorlopig water, de elektriciteit doet het en er is genoeg te doen in de school om verveling te voorkomen.

  1. Merel vindt bij een rondgang door de school een agenda van een meisje, dat Melissa heette.
  2. Die agenda gaat ze min of meer als dagboek gebruiken om de dagen van elkaar te kunnen onderscheiden.
  3. Boven alle hoofdstukken staat dan ook vermeld de hoeveelste dag het is dat de mensen in het schoolgebouw zitten.

Een van de acht, de cameravrouw Lotteke, besluit al snel de gevaarlijke buitenwereld in te gaan. De andere zeven zijn Merel, Barry, Leo, Natalie en haar zoon, de 8-jarige Joeri, Kaspar (de onderwijzer van Joeri) en Kaylem (de conciërge van de school).

  1. Eerst slapen ze met z’n allen in de gymzaal maar nadat lotteke weggegaan is, besluiten ze de lokalen zo te verdelen dat iedereen een andere kamer heeft, alleen Joeri en Natalie slapen op dezelfde kamer.
  2. Ze hebben helemaal geen contact met de buitenwereld en ze vragen zich natuurlijk wel af wat er buiten is gebeurd.

Leo is populair onder de bewoners. In het begin draait alles om het jongetje Joeri dat het leven in de brouwerij brengt. Hij zorgt dat er gespeeld wordt. Maar gaandeweg komen er spanningen onderling. Dat heeft bijvoorbeeld te maken met het verdelen van voedsel en de behoefte aan seks.

  • Op dag 21 vindt Merel een buisje waarin medicijnen hebben gezeten voor iemand die onder grote psychische spanningen lijdt (de afkickverschijnselen van deze medicijnen worden vergeleken met krankzinnigheid).
  • Ze vertelt dat wel tegen Barry, die een van haar beste collega’s is.
  • Hij vermoedt later in het verhaal dat ze van Natalie zijn.

Dan valt de elektriciteit uit, wat ook weer voor spanningen zorgt. Natalie brengt vaak de nachten door in het lokaal van Kaspar, de onderwijzer van Joeri. Joeri voelt zich dan buitengesloten en zoekt zijn toevlucht tot Merel. Hij komt een nacht bij haar slapen en vraagt haar steeds om iets samen te doen.

Ze begrijpt later dat hij dit doet om zijn moeder een beetje jaloers te maken. Hij vraagt Merel met hem het mattenspel te spelen, bedacht door de sportieve Leo. Daarbij glijdt hij met een mat van de trappen in de school. Maar wanneer Merel eindelijk daarmee instemt, gaat het goed mis. Omdat het Merel gevaarlijk lijkt, besluiten ze alleen de mat van de trap af te gooien, maar Joeri dondert van de trap en het ziet er akelig uit.

Zijn arm heeft een open, gecompliceerde breuk. De arm wordt zwart en moet worden geamputeerd. Dat doet Kaspar met het keukenmes. Merel veegt de bloedvlek van de trap, maar vindt meteen een nieuw kokertje van medicijnen. Natalie is woedend vanwege het gebeurde, maar eigenlijk is ze zelf ook een beetje schuldig door ‘s nachts naar Kaspar te gaan.

  • Natalie en Kaspar nemen het besluit het schoolgebouw te verlaten.
  • Ze nemen Joeri met zich mee in een in elkaar geflanste draagdoek van vuilniszakken.
  • Natalie behandeld Joeri nog alsof hij leeft, maar wanneer Leo afscheid neemt voelt hij dat het lichaam al helemaal koud geworden is en dat Joeri al overleden is.

Voor hun vertrek confronteert Barry Natalie met het kokertje, dat Merel hem gegeven heeft. Dat gebeurt allemaal omstreeks de dagen 50 tot en met 55. Een dag later slapen Merel en Leo voor het eerst met elkaar. De dagen daarna gebeurt dat weer, maar Merel zorgt ervoor dat ze altijd vroeg weer weggaat bij Leo, want ze wil niet dat de anderen iets merken.

Wanneer ze een nacht wil overslaan en niet bij Leo wil slapen loopt ze langs zijn lokaal en hoort ze twee mannen hijgen. Leo en Barry hebben dan ook seks met elkaar, wat ze wel vaker hebben. Op dag 72 is het 12 november en dat is de verjaardag van Merel. Ze wordt 29 jaar. Van Leo, Barry en Kaylem krijgt ze een bloembol te eten.

Ook nodigt Kaylem haar uit in zijn lokaal: ze krijgt als cadeau een ketting die hij zelf gemaakt heeft. Hij maakt overigens heel veel kettingen tegen de verveling. Hij vertelt haar over zijn verleden als vluchteling. Op dag 84 pokeren Barry, Leo, Kaylem en Merel.

  • Dit doen ze erg vaak tegen de verveling.
  • Als prijs hebben ze dit keer een massage afgesproken.
  • Barry verliest en Merel wint.
  • Wanneer Barry Merel masseert, vraagt hij haar over Leo, Barry wordt zo jaloers dat hij zich verliest in jaloersheid en hij stikt hij merel bijna.
  • Merel slaapt iedere nacht met Leo.

Ze heeft een vreemd soort buikpijn. De lezer vermoedt op dat moment wel dat ze zwanger zal zijn. Dat verhoogt ook de onderlinge spanningen, want Barry weet dus intussen van Merel en Leo. Hij is verliefd op Leo, maar vermoedt dat dit niet wederzijds is. Hij wil dan niet verder leven en weigert te eten en te drinken.

  • Merel verzorgt hem nog een tijdje.
  • Merel krijgt een geschreven brief van Barry: hij wil niet verder leven.
  • Hij zegt dat hij nooit pillen heeft geslikt.
  • Leo vertelt Merel dat Barry hem ook een brief heeft geschreven, maar die wil hij niet laten lezen.
  • Merel plant het zo uit dat ze de brief van Barry aan Leo gaat zoeken terwijl hij onder de douche staat.
You might be interested:  Hiermee Eindigt Een Boek Of Een Stuk

In de brief deelt Barry aan Leo mee dat hij verliefd op hem is, maar dat hij begrijpt dat hij voor Merel kiest. Daarmee is het doel in zijn leven voorbij. Hij vraagt of Leo de brief terug kan geven als zijn gevoelens wederzijds zijn en hem kan houden als hij gevoelens heeft voor Merel.

Hij houdt de brief. Merel zegt overigens geen gevoelens voor hem te hebben in haar dagboek. Merel is intussen zwanger: dat kan alleen van Leo zijn en in haar dagboek richt ze zich nu tot “je”, met wie ze haar ongeboren kind bedoelt. Die wil ze voor later vertellen wat er allemaal gebeurd is. Omdat Barry al die tijd er zo op heeft gehamerd dat de pilletjes van Natalie waren en haar bijna heeft vermoord, denkt Merel nu dat ze juist van Barry waren.

Barry sterft en het lijkt erop dat Kaylem hem een handje heeft geholpen. Als Merel de kamer van Barry bezoekt, ziet ze hem dood liggen en ontdekt ze onnatuurlijke wonden waaruit bloed getapt is en ze ontdekt dat Barry’s benen eraf zijn gesneden. Merel is enkele dagen niet goed bij bewustzijn en als ze wakker wordt, blijkt dat Kaylem en Leo begonnen zijn aan de het eten van Barry.

Ze zijn aan zijn benen begonnen. Volgens Leo smaakt het vlees hetzelfde als de Peruaanse cavia die hij ooit eens voorgezet heeft gekregen. Merel neemt later wraak door Kaylem te wurgen met de ketting die ze ooit van hem had gekregen voor haar verjaardag. En omdat het voedsel na al die dagen natuurlijk op is, beginnen ze ook te knagen aan het vlees van Kaylem.

In een van de laatste dagboekhoofdstukken (dag 124) vertelt Leo dat hij in North Dakota verslaafd is geraakt aan de pillen. Hij had vijf kokers bij zich toen hij in het schoolgebouw aankwam. Hij gaat naar buiten om hulp te zoeken voor merel en haar ongeboren kind.

Hij is inmiddels acht dagen weggebleven en nog steeds weg. Al zijn bezittingen heeft hij meegenomen. ‘Het enige bewijs van zijn bestaan zijn vijf kokers. ‘Want ik heb alles wat er was in één keer genomen.’ Hier neemt Merel een overdosis van de pillen waardoor ze in een soort droom/illusie terecht komt.

In de droom is Merel in North Dakota. Titel, ondertitel en motto Alles wat er Was lijkt te duiden op de situatie vóór de knal, die de oude situatie wordt genoemd. In de nieuwe situatie verlangt men terug naar de dingen van vroeger: het leven van vakantie en werk.

  1. De titel komt letterlijk in het boek naar voren bij het fragment met de pillen: ‘Want ik heb alles wat er was in één keer genomen’.
  2. Het kan dus ook verwijzen naar de pillen en daarmee de moeilijke tijden waarin Merel terecht kwam en haar vreemde illusies van daarna.
  3. Het boek bevat geen ondertitel en geen motto.

Dit wil je ook lezen: Thema, motieven en idee Het thema van het boek is isolatie. Acht mensen zitten als het ware opgesloten, sommige van hen voor een langere tijd. Ze hebben weinig voedsel en even weinig hoop. Het boek gaat over die isolatie, hoe de personages ermee omgaan en wat daarvan de (vooral mentale) gevolgen voor hen zijn.

  • De motieven van het boek zijn: Liefde Merel slaapt vaak met Leo.
  • Ook heeft Leo af en toe seks met Barry en Natalie met Kaspar.
  • Barry heeft gevoelens voor Leo en Leo voor Merel.
  • Natalie en Kaspar hebben waarschijnlijk ook gevoelens voor elkaar.
  • Overleven Er is weinig eten in de school aanwezig.
  • Ook is er geen internet en op een gegeven moment valt de elektriciteit uit.

Allemaal proberen de opgeslotenen te overleven en hopen ze op een toekomst waarin ze weer veilig de buitenwereld in kunnen. Dood Joeri sterft doordat hij van de trap valt. Ook Barry sterft door een gebrek aan eten en drinken en wellicht door Kaylem. Ook Kaylem sterft omdat Merel hem vermoordt.

Mysterie Merel vindt pillenkokertjes en vraagt zich af van wie die zijn. Door het boek heen worden er verschillende mensen verdacht of beschuldigd. Pas op het einde komt men erachter van wie ze waren. De idee van het verhaal is dat mensen door langdurige opsluiting en een gebrek aan voedsel over gaan op een overlevingskans modus.

De isolatie en schaarste zorgt voor onderlinge spanningen en mentaal conflict. Opbouw Het verhaal bevat vijf delen (elk beginnend met een afbeelding van meerdere lijsten in elkaar, waarvan bij elk nieuwe hoofdstuk drie verdwijnen). Hoofdstukken hebben als titel de hoeveelste dag het dan is.

  1. Het verhaal is absoluut niet chronologisch; de dagen staan helemaal door elkaar.
  2. Er zijn geen flashbacks en geen flashforwards, tenzij je de vreemde volgorde zo ziet (zó, dat bijvoorbeeld dag 5, die in het boek volgt op dag 91, als een flashback gezien kan worden omdat het eerder gebeurt dan het voormalige).

Er is geen proloog en geen epiloog. Er is sprake van een ab ovo of een in medias res. Het eerste hoofdstuk is dag 91, dus de knal is al gebeurd, waardoor het een in media res zou kunnen zijn. Echter is er wel een soort inleiding van de situatie waarin de karakters zich nu bevinden, waardoor het toch weer een ab ovo zou kunnen zijn.

Het einde is open, maar kan ook als gesloten worden gezien; nog niet alle vragen worden duidelijk beantwoord, deels omdat sommige scenes door iedereen anders geïnterpreteerd worden. Wel is het zo dat het meeste conflict al is geweest: bijna iedereen heeft de school verlaten of is dood en het vraagstuk van de pillen is opgelost.

Personages Merel Merel is de hoofdpersoon van het boek. Ze werkt als redactrice bij de tv. Ze zit veel op haar kamer, schrijft in haar gevonden agenda en heeft vaak seks met Leo. In het begin sliep ze vaak bij Barry. Op een gegeven moment komt ze erachter dat ze zwanger is.

  1. Op het eind van het boek zegt ze heel veel pillen in één keer te hebben geslikt.
  2. Daarvoor hallucineerde ze en kreeg ze rare dromen.
  3. Ze heeft er per ongeluk voor gezorgd dat Joeri doodviel en ze heeft Kaylem vermoord omdat hij Barry had vermoord en over was gegaan op kannibalisme.
  4. Vervolgens ging ze dat zelf ook.

Het verhaal dat ze vertelt, schrijft ze aan haar ongeboren kind. Barry Barry was, in de oude situatie, een collega van Merel. Hij is vrij humoristisch, maar dat zwakt later af. Hij heeft seks met Leo en wordt verliefd op hem. Omdat hij meer wil weten over Leo en Merel, stelt hij Merel veel vragen tijdens de massage en probeert hij haar daarna uit woede of jaloezie te stikken.

  • Later komt hij niet veel zijn kamer uit en eet hij niet meer.
  • Hij zwakt af en Kaylem maakt er vermoedelijk een einde aan.
  • Hij snijdt zijn benen af zodat ze weer te eten hebben.
  • Leo Leo is een sportieve en sociale presentator.
  • Hij sport nog veel in de gymzaal en iedereen bewondert hem.
  • Later heeft hij seks met Merel en met Barry en ontwikkelt hij gevoelens voor Merel.

Uiteindelijk blijkt dat hij degene is die de pillen heeft gebruikt, omdat hij niet goed tegen de gevolgen van zijn populariteit kon en een slechte tijd had toen hij in North Dakota ging basketballen. Joeri Joeri is een achtjarig kind dat om zijn wiskundetalent wordt uitgenodigd voor een programma.

Hij laat zich vaak voorlezen, speelt spelletjes met de andere ‘gevangenen’ en leert basketballen van Leo. Wanneer hij met Merel op een mat van de trap wil glijden, valt hij en komt hij in een pijnlijke positie terecht. Daarna blijft hij niet lang meer in leven. Natalie en Kaspar nemen zijn lichaam mee wanneer ze vertrekken.

Natalie Natalie is de moeder van Joeri, die mee was voor de opnames. Ze ontwierp laptophoezen voor haar werk. Ze heeft vaak seks met Kaspar en vertrekt later met hem en haar dode zoon. Kaylem Kaylem is een engelstalige vluchteling die als schoonmaker in de school werkt.

  • Na de knal gaat hij nog vaak door met schoonmaken.
  • Ook begint hij kettingen te rijgen, waarmee zijn lokaal op een gegeven moment volhangt.
  • Hij kan goed zingen en houdt zich ietwat afwezig van de groep.
  • Wanneer Barry verzwakt is, snijdt hij zijn benen eraf omdat kannibalisme hem de enige oplossing leek voor het voedseltekort.

Later wordt hij door Merel gewurgd met een ketting. Lotteke Lotteke was de cameravrouw die de opnames zou maken. Ze verlaat de school al naar een paar dagen. Op haar camera, die achterbleef, stonden verschillende fragmenten, waaronder de knal. Kaspar Kaspar was de leraar van Joeri, die ook mee zou doen aan de opnames.

Hij heeft seks met Natalie en vertrekt later met haar en een dode Joeri de buitenwereld in. Perspectief Het verhaal is geschreven in de ik-persoon, uit het perspectief van Merel. Dit is waarschijnlijk zo gedaan omdat Merel alles observeert en erover schrijft. Wanneer ze er achter komt dat ze zwanger is wordt er aan ‘je’ geschreven.

Dit het ongeboren kind van Merel. Historische tijd, tijdsduur en tijdsverloop Het verhaal speelt zich hoogstwaarschijnlijk in de 21e eeuw af, omdat het daar ook in is geschreven. Ook omdat er gesproken wordt over u2, Bon Jovi, Bruce Springsteen, Aerosmith, Guns ‘N Roses en computers, stroom, liga, luxaflex, YouTube en camera’s.

  1. De tijdsduur is 145 dagen.
  2. De hoofdstuktitels zijn als volgt: ‘dag’ en een getal.
  3. De tijdsduur valt daar dus gewoon aan af te lezen.
  4. De verteltijd is zo’n 8 uur.
  5. Het boek bestaat uit 284 bladzijdes en is vlot geschreven.
  6. Plaats en ruimte De plaats waar het verhaal zich afspeelt is niet bekend.
  7. Het is waarschijnlijk in een stad omdat Merel het heeft over rondrijden over snelwegen met Texaco’s en McDonald’s en omdat er gesproken wordt over veel lantaarnpalen langs de weg.

De personages komen meer stads over en ook de vele lichtjes en bedrijven langs de weg doen, zoals die zijn beschreven, denken aan een stad. De ruimtes waar de verschillende scenes zich afspelen zijn de school (en daarbinnen de gymzaal, de douches, de kleedruimtes, de lokalen, de gangen, de trap, de lerarenkamer en de bibliotheek).

De (hallucinatie-/droom-)scene in North Dakota speelt zich af in het huis van Leo en Merel. Genre Alles wat er Was is een psychologische roman. Gevoelens, relaties en spanningen tussen mensen onderling worden benadrukt en uitvoerig beschreven. Literaire stroming Het boek behoort tot het post-modernisme.

Er vindt vermenging van feit en fictie plaats, de dromen en illusies van Merel lijken echt dus begin je te twijfelen of dat echt gebeurt of daadwerkelijk een illusie is. Mening Ik vind Alles wat er Was een zeer goed boek. De zinnen zijn mooi en lezen vlot.

  • De verhaallijn staat me ook aan, het is best origineel en niet standaard en omdat het spannend is en ook een beetje luguber en apart.
  • De aparte volgorde van het verhaal maakt het soms wel wat verwarrend maar dit is een goede weergave van hoe de karakters zich een beetje voelen.
  • Ik vind het wel jammer dat je niet echt veel te weten komt over de karakters.

Ik vind de illusie scenes wel ingewikkeld maar ze schetsen een goed beeld wat er allemaal gebeurt wanneer je in isolatie verkeert : Alles wat er was

Hoe noem je het einde van een verhaal?

Einde – De terminus is de laatste passage van een verhaal. Een verhaal kan op twee manieren eindigen: met een open einde of met een gesloten einde. Open einde : de auteur geeft geen antwoord op de vragen die gedurende het verhaal de kop op steken. De lezer moet dus zelf invullen.

Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan indien de auteur weet of vermoedt dat de lezers/kijkers uiteenlopende verwachtingen hebben over hoe bepaalde situaties af zouden moeten lopen (bijvoorbeeld of twee personages wel of niet een serieuze relatie moeten krijgen), en bang is een deel van zijn doelpubliek teleur te stellen met zijn keuze van een einde.

Een open einde kan ook worden toegepast om een mogelijk vervolg te kunnen schrijven. Gesloten einde (het tegengestelde van een open einde): de auteur geeft wel antwoord op de vragen die gedurende het verhaal worden gesteld. De lezer weet dus precies hoe het verhaal afloopt, of de protagonist zijn dramatisch doel heeft bereikt, en wat het aandeel was van ieder personage bij het tot stand komen van dit resultaat.

Is Het diner echt gebeurd?

Bestseller Het diner ‘Herman Koch is een bekende Nederlander, dat kan inderdaad helpen. Maar Het diner was niet zijn eerste boek en vroeger was Koch met het programma Jiskefet vaker op televisie dan nu. Het is altijd een samenloop van omstandigheden en factoren. Kochs bekendheid is daar slechts één van.’ Volgens Ruth Bergmans van uitgeverij Anthos is er sprake van een chemie van elementen, die tot een explosief succes kunnen leidden.

  • Het omslag, de kreeft op het blauwe vlak, is opvallend en aansprekend.
  • Het komt je tegemoet, ook als het boek niet in grote stapels in de winkels ligt.
  • En zo begon het succes: in minder grote stapels.
  • Achter het omslag met de kreeft zat de inhoud, die in een of twee zinnen is samen te vatten: “Wat zou jij doen als je kind iets deed wat niet door de beugel kan?” Het leent zich voor mond-tot-mondreclame.

In de tijd dat het boek verscheen, in januari 2009, was er een incident in Weesp, vergelijkbaar met dat in de roman. Het wakkerde de media-aandacht aan. Wij deden natuurlijk alles om Het diner verder zichtbaar te maken. We maakten bijvoorbeeld plastic tasjes met het omslag en hadden allerlei vormen van buitenreclame.

Uiteindelijk was het boek overal te zien.’ Zodra de media-aandacht rondom Het diner begon af te zwakken, was er recensent Heumakers van de NRC ‘Volgens hem was Het diner van Herman Koch in bepaalde opzichten mislukt. De discussie die hierop volgde, maakte het boek weer actueel en de schrijver kwam bij “De Wereld Draait Door.”‘ Vervolgens was er nog de stap over de grens ‘ Het diner van Herman Koch is gebaseerd op een waargebeurd incident in Spanje.

Twee jongens doen een jerrycan exploderen bij een pinautomaat. Onbedoeld doden ze een vrouw. Het incident kreeg internationaal bekendheid, wat het boek potentieel herkenbaar maakte voor een internationaal publiek. Het is dus achteraf voor een deel verklaarbaar, maar toch: het blijft chemie.

Wat is een roman boek?

De beroemde roman Ulysses van James Joyce Een roman is een samenhangend prozaverhaal van boeklengte over de handelingen en persoonlijkheidsontwikkeling van een of meer personages, meestal in relatie met hun milieu. Romans zijn overwegend van fictionele aard en overtreffen in omvang het kort verhaal en de novelle, Het onderscheid tussen novelle en roman is niet altijd scherp aan te geven.

Wat zijn elementen van een boek?

Bij verhaalanalyse onderscheiden we de volgende elementen: opbouw, tijd, ruimte, perspectief, personages, motieven, thema, titel en (evt.) motto.

Hoe vind je het motief van een boek?

Motief als patroon – Een andere en bredere betekenis van deze schrijfterm is die van het motief in de literatuur. Motieven zijn patronen van elementen binnen een verhaal, of door meerdere verhalen heen. Herhaling is belangrijk om het motief te herkennen.

Wat zijn symbolen in een boek?

Wat is een symbool in de literatuur? – Een symbool is een object, actie of idee dat iets anders vertegenwoordigt, vaak een groter, abstracter concept. Een duif kan bijvoorbeeld vrede symboliseren, of een rode roos kan liefde symboliseren.

Wat is het motto van Bezonken rood?

‘ Het rood dat in de ogen van de jongen bezonken is, is het rood van de dood, van bloed en van de zon op de Japanse vlag.

Recommended Posts

Tekst Op De Achterkant Van Een Boek

Wat betekent blurb? De flaptekst is de tekst op de achterkant van de omslag van een boek, waarin de inhoud wordt beschreven. De flaptekst moet alle informatie bevatten die het boek het beste weergeeft en de interesse van de lezer wekt Contents1 […]

Anna Kovács

De Oesters Van Nam Kee Recensie Boek

Contents0.0.1 Hoeveel bladzijden heeft de oesters van Nam Kee?0.1 Welk zijn de beste oesters?0.1.1 Wat zijn de duurste oesters?1 Hoeveel oesters is 10 kilo?2 Hoeveel oesters mag je per dag eten?2.1 Hoe weet je of oesters vers zijn?2.1.1 Is een oester gezond?2.1.2 […]

Anna Kovács